Hoe komen we eraan?
Asieldieren krijgen wij om uiteenlopende redenen binnen. De meest voorkomende zijn: de dieren zijn zwervende, soms gewoonweg gedumpt en door oplettende mensen opgemerkt en door de Dierenambulance bij ons gebracht, er kan niet meer voor gezorgd worden, er is sprake van een opgekomen allergie, de eigenaar kan langdurig ziek zijn geworden, de eigenaar is overleden, het gaat niet meer met het andere huisdier(en), er is een kindje geboren; men verwacht problemen, men gaat uit elkaar of gaat juist samenwonen, het dier is (schijnbaar) onzindelijk geworden of kan het niet meer met z’n baasje of bazinnetje vinden.
Wat doen we niet..
Er wordt nog steeds, overigens ten onrechte beweerd dat men dieren, die te lang in een asiel zitten en/of een medisch ongemak hebben, laat inslapen.
Onzin…en, hoe demotiverend zou dat dan niet zijn voor vrijwilligers en verzorgers van deze dieren?
We krijgen wel eens dieren binnen, bijvoorbeeld via de Dierenambulance, waarvan de gezondheidstoestand dusdanig slecht is dat na onderzoek door de dierenarts, besloten wordt het dier te laten inslapen. In dit geval spreken we dan van een medische indicatie. Deze beslissingen zijn vaak niet gemakkelijk. De verzorgers hebben immers al snel een band met de dieren; zeker als het dieren betreft waarbij het allemaal tegen zit. In het hoofd zijn de dingen vaak zo duidelijk, alleen ons hart heeft het er vaak moeilijk mee.
Wat doen we wel..
Als iemand afstand komt doen van zijn dier, vragen wij al het mogelijke om enerzijds het dier goed te kunnen verzorgen en anderzijds, om het dier zo succesvol mogelijk te kunnen plaatsten. Ook vragen wij de medische gegevens bij de dierenarts op. Ieder asieldier dat wij binnen krijgen, wordt door onze dierenarts onderzocht. Als er aanleiding toe is, worden er verdere onderzoeken gedaan. Het kan zijn dat een dier levenslang een dieet of medicijnen nodig heeft en/of de levensverwachting (vermoedelijk) korter zal zijn dan gemiddeld, dit overigens zonder veel kwaliteit van leven in te leveren. Juist deze dieren verdienen het namelijk een liefdevol nieuw tehuis te krijgen.
Een gezondheidsprobleem dat hier bekend is zal, mits het een tijdelijk ongemak betreft, altijd in een plaatsingsgesprek ter sprake komen. Niemand is er immers bij gebaat als het dier door onjuist verstrekte informatie weer teruggebracht wordt.
Het is trouwens wél zo dat niemand met zekerheid kan zeggen dat een dier voor 100% gezond is en dat ook zal blijven. Dit geldt voor mensen, en dus ook voor dieren.
Daarom verkopen wij geen dieren, maar zoeken wij gemotiveerde mensen die er bewust voor kiezen een dier uit het asiel te nemen. Het is dan ook daarom dat het bedrag, dat wij bij een plaatsing berekenen, slechts een bijdrage in de (vaak hoge) kosten is, en nimmer kostendekkend.
Uw steun als donateur maakt het mogelijk dat ook deze dieren geholpen kunnen worden. Wij vertalen onze dankbaarheid in de zorg voor dieren die het nodig hebben, ongeacht ras of herkomst.
Mensen die nog steeds het idee hebben dat asieldieren altijd van slechte “ kwaliteit” zouden zijn óf op z’n minst verborgen gebreken zouden hebben, altijd gedragsproblemen zouden vertonen én hierom ook nooit een asieldier zullen nemen (en dit ook anderen ten zeerste afraden), kunnen ook donateur worden.
Marc van Dijk Directeur